Gevechtstoepassingen (san shou)

Filmpje :

Taijiquan gevechtstoepassingen (san shou) worden als volgt ingedeeld :

‧ Die Pu (跌撲) : de tegenstander doen vallen en hem dan slaan (of hem slaan zodat hij valt)

‧ Shuai Jiao (摔角) : greeptechnieken,  omvat worpen, vegen en struikeltechnieken

‧ Qin Na (擒拿) : grijpen en vasthouden, omvat klemmen en stoottechnieken terwijl men vasthoudt

‧ Dim Mak (Dian Xue) (點穴) : vitale punten aanvallen met klemmen, stoten, etc.

Hard en zacht : de wisselwerking tussen yin en yang

Taijiquan behoort tot de neijia of de inwendige stijlen binnen de Chinese krijgskunsten.  Vaak worden neijia en waijia, de uitwendige vormen van krijgskunst, verkeerdelijk bestempeld als “zachte” en “harde” stijlen.  Dit geeft echter een totaal vertekend beeld want in iedere vechtkunst zitten zowel zachte als harde elementen.  Als we even teruggrijpen naar de term taijiquan, dan weten we reeds dat taijiquan staat voor “vechten of boksen volgens de wisselwerking tussen yin en yang”.  Het is dan ook niet moeilijk om te begrijpen dat binnen taijiquan afwisselend zachte en harde technieken worden gebruikt.

Ook in de uitvoering van de taijiquan sets merken we bijvoorbeeld dat de ongewapende vorm op een zachtere wijze wordt uitgevoerd omwille van diverse gezondheidsbevorderende redenen.  De wapensets daarentegen worden iets dynamischer uitgevoerd omdat deze oefeningen dan weer andere elementaire vaardigheden zoals uithouding, kracht, snelheid, enz… trainen.  Om een hoog niveau te bereiken in taijiquan moet je dus streven naar een perfecte balans tussen hard en zacht.  Het is precies dit aanvoelen van wanneer je zacht en wanneer je hard moet zijn dat taijiquan zo moeilijk maakt.  Wat je vooral moet vermijden is dat je teveel neigt naar één van deze uitersten.  Dan is er geen evenwicht tussen yin en yang en beoefen je dus in feite niet echt taijiquan.  Trouwens, de stelling dat taijiquan langzaam en zacht moet zijn gaat helemaal niet op in een realistische gevechtssituatie.  Hier zijn vooral snelheid en een afwisseling van harde en zachte technieken onontbeerlijk.  Je kunt taijiquan technieken best vergelijken met een elastiek.  Wanneer je druk uitoefent op een elastiek geeft het soepel mee, maar wanneer je het loslaat kan het met een ongelooflijke snelheid en kracht terugschieten.  Zo subtiel en doeltreffend is ook taijiquan !

Deze ontwijkingsstrategie heeft vooral het voordeel dat je geen kracht verspilt om een aanval te blokkeren en je dus je krachten kan concentreren op de tegenaanval.  Simpel uitgedrukt komt het erop neer dat wanneer je tegenstander je aanvalt en dus “hard” is, jijzelf hem op een “zachte” manier zal ontwijken in tegenstelling tot sommige vechtkunsten die aanvallen op een harde manier blokkeren (“li” of brute spierkracht wordt in taijiquan beschouwd als “domme kracht”).  Wanneer je tegenstander uit balans is gebracht is het hij die “zacht” geworden is en dus moet jij hierop gepast reageren door “hard” te worden m.a.w. door een tegenaanval in te zetten.

Lees meer : “Tai Chi Chuan – De Complete Martiale Kunst voor meer Harmonie en Gezondheid”, Geert Van Loo (Roularta Books, 2002)

Gevechtstoepassing : De aap terugdrijven.

Gevechtstoepassing : Het gezicht slaan.